Ann is in 1942 geboren in ons huis, en kwam gisteren aperitieven

Krijg jij nog vaak brieven? Ik niet zo vaak. Zeker niet van onbekenden. Ja, facturen, dat wel, maar daar raak ik zelden door ontroerd. De brief die ik eind vorig jaar, begin dit jaar, in de brievenbus vond, daar kreeg ik dan wel weer kippenvel van. Het was er één van Ann. Ik kende Ann niet, maar zij kende mij wel. Het is te zeggen, zij kende mij intussen een beetje omdat ze wellicht heeft zitten uitvlooien wie ik precies was, want eigenlijk kende ze vooral ons huis. Al lang. Heel erg lang zelfs. Ann vertelde in haar keurig opgestelde brief dat ze geboren was in ons huis, tijdens de oorlog, in 1942, zo’n 80 jaar geleden. En ze had een eenvoudig en beleefd verzoek. Ann had via via vernomen dat wij hier nu woonden en ze wou me vriendelijk vragen of ze nog één keer haar geboortehuis zou mogen bezoeken. Het was immers bijna zeventig jaar geleden dat ze hier nog was geweest en ze had de mooiste, de warmste herinneringen aan Villa Braeckman, zoals ons huis heet. De brief raakte me, en ik twijfelde geen seconde, uiteraard zouden we Ann en haar echtgenoot ontvangen in Lochristi.

Ik belde haar op vanuit Barcelona, ik weet het nog goed, en meteen kreeg ik een keurige, zeer vriendelijke dame aan de lijn. Ze legde me haar verhaal al deels uit, hoe het kwam dat ze geboren was in ons huis. Haar papa was politiecommissaris van Lochristi geworden voor het begin van de tweede wereldoorlog en de eigenares van de villa, juffrouw Braeckman, die de erfgename van een zeepzieders-familie was, wou niet dat het huis door de Duitsers zou ingenomen worden. En ze vroeg de vader van Ann om daarom met zijn gezin in het huis te komen wonen. Villa Braeckman was een buitenverblijf voor de familie in die tijd. Wat een verhaal, dacht ik. En ik verzekerde Ann dat ik haar zou terugbellen wanneer het even iets rustiger zou zijn in onze agenda om een afspraak te maken en haar geboortehuis te bezoeken.

Maar ja, rustig is het bij ons eigenlijk nooit. Altijd zijn we wel aan de slag, de weekdagen zitten bomvol en tijdens de weekends is het, sinds het heropstarten van het DJ’n, al niks rustiger. En dan is er ook nog eens Would Be Chef, en er is sinds november ook nog eens Wijn Ornelis. En als er dan al eens een vrij weekend is, dan vliegen we vaak naar Barcelona of doen we eens iets met vrienden of familie. De brief van Ann bleef wel op het stapeltje met dringend te regelen afspraken liggen, bovenaan zelfs, maar ik had haar nog niet teruggebeld. Maar Ann wou toch de kans niet missen om nog eens rond te wandelen in de grote tuin waar ze als kind uren heeft gespeeld met alle vriendjes en vriendinnetjes van de klas. Om nog eens door de kamers van het huis te wandelen… En ze stuurde enkele weken geleden een nieuw en alweer zeer beleefd briefje. Dat ze snapte dat we het ontzettend druk hebben, en dat ze absoluut niet wou aandringen, maar dat ze toch hoopte dat we haar niet vergeten waren, ze was immers de 80 voorbij en 55 jaar getrouwd, en de tijd gaat snel op die leeftijd, zei ze. Goed gedaan van Ann, die tweede brief, want mijn liefste zei die dag met aandrang: nu moet je toch echt snel een afspraak maken.

Gisteren kwam Ann samen met haar echtgenoot Willem iets voor elf de poort van ons huis binnen gereden. En twee uren lang was ze zo blij als een kind in Plopsaland. Wat zeg ik: als een kind van 80 in het park waar ze haar jeugd heeft doorgebracht. We wandelden door de tuin, en de immense beuken die met z’n drieën samen prachtig staan te pronken achteraan in het gras, daar waar ons bosje begint, kende ze nog alle drie. Ze waren 70 jaar geleden al groot, volgens Ann, maar in die tijd konden de kinderen er wel nog makkelijk inklimmen. Dat kan nu niet meer, want ze zijn echt immens groot geworden. We wandelen door het bos naar het kappeleke, dat ze zich om één of andere reden niet zo goed meer kon herinneren. Alhoewel het er in  de jaren 40 zeker al moet geweest zijn.

Eenmaal binnen dronken we samen bubbels op de thuiskomst. En om even te bekomen van de emoties en om te klinken op het huis en de vele verhalen, al 120 jaar lang. Wij maken er nu bijna 3 jaar deel van uit en wonen er al twee jaar. Het verhaal van Ann dateert uit de jaren 40 tot begin jaren 50. Met het glas in de hand wandelden we van kamer tot kamer, tot in de nok van het dak. En overal viel de mond van Ann open. Alles maar dan ook alles was anders geworden. De vloeren, de muren, de inrichting van de kamers. In de keuken stond vroeger een Leuvense stoof. In de bijkeuken was er een pomp en een blauwe steen waarop de mama van Ann pannenkoeken bakte.

Wat nu onze bibliotheek is, was toen een slaapkamer, wat onze badkamer is ook. Waar nu onze dressing is werden de appels tijdens de oorlog bewaard voor de winter. Mooi in lange rijen naast elkaar. En de kinderen mochten er niet van eten, want die waren eigenlijk voor mevrouw Braeckman bestemd, maar stiekem deden Ann en haar twee oudere zussen, die jammer genoeg al overleden zijn, dat toch. Ann herkende de plekjes in het huis waar ze speelde, en de kamers waar de twee Duitse officieren die dan toch waren ingetrokken in het huis hadden gelogeerd. En in de kelders, zo zei ze, kwamen tijdens de bombardementen alle buren schuilen. Met tientallen tegelijk blijkbaar. En ze zei ook dat de kelders toen vol kikkers zaten. Dat is nu gelukkig niet meer het geval.

Het werden enkele heerlijke uren samen. Vol verhalen van vroeger en nu. Het maakte me gelukkig. Ik heb zelf altijd gezegd, toen we dit bijzondere huis kochten, dat we geen eigenaar werden, maar hier hopelijk wel een paar decennia zouden mogen logeren. We zijn maar passanten, we zijn gebruikers, we moeten zorg dragen voor het verleden van dit unieke pand, en het vooral in stand houden voor toekomstige generaties. Zoveel van het soort huizen waarin we wonen zijn tijdens de vorige eeuw verdwenen, en dat is echt doodzonde. Nu is het al bijna dertig jaar een beschermd monument, en gelukkig maar. Wij mogen er nu een tijdje van genieten, en hopen dat toekomstige generaties dat ooit met evenveel passie en plezier zullen doen.

Ann begreep wat ik zei, en haar verhalen helpen ons om het huis en de geschiedenis ervan nog veel beter te begrijpen en er van te houden. Ik weet zeker dat het bezoek haar ontzettend veel deugd heeft gedaan, ook al was het soms ook bevreemdend en confronterend wellicht; de tijd vliegt en dat beseffen doet iets met een mens. Maar ik denk gewoon dat het haar heel veel plezier deed. En eerlijk gezegd: wij hebben er ook van genoten. Daarom wonen we hier, in dit huis, omdat het een pand is met geschiedenis. En dat deze super vriendelijke, voorname dame en haar echtgenoot, ons een mooi stukje van dat verleden kwamen vertellen, was gewoon fantastisch. Dank je voor je bezoek Ann en Willem. Blij dat je nog eens jouw huis kwam bezoeken. Want dat is het ook voor altijd. Jouw huis, je bent hier immers geboren, wij wonen er nog maar twee jaar. Maar we zijn hier, net als jij destijds, zielsgelukkig.