“Dat verfoeide circulatieplan in Gent.” Vier jaar na mijn kritische tweet.

Het was mei 2016. In Vlaanderen was veel te doen over de verkeersluwe steden die onder andere Gent, Brussel en Leuven aan het worden waren. Ik was geen fan van de plannen en vond het pestgedrag tegenover de autobestuurders. Ik stuurde daarover deze tweet de wereld in;

“Sorry Gent, Brussel, Leuven, etc. Jullie haat tegenover auto’s doet mij afhaken. Ik shop en dineer wel buiten de stad. Eigen schuld. Jammer.”

Het was een tweet waar heel veel mensen achter stonden, er was immers veel ongenoegen over het circulatieplan in Gent, bij de bezoekers van de stad en bij vele bewoners, maar eerlijk is eerlijk: minstens zoveel mensen hadden heel veel moeite met mijn uitspraak. Zelfs collega’s op de radio vonden die tweet zo “boomer” als maar kan zijn. Verkeersluwe steden waren volgens hen immers de oplossing voor heel veel problemen. Steden zouden door minder auto’s toe te laten veel leefbaarder worden. Gezonder en veiliger.

Nu, ik vond het niet erg om in discussie te gaan, en dat deed ik ook. Iedereen mag gelukkig nog altijd zijn mening hebben in dit land. Ik werd voor de Afspraak op Canvas uitgenodigd door de schepen van mobiliteit in Gent Filip Watteeuw. Eerlijk is eerlijk: ik maakte geen al te beste indruk. De reporter die met mij meereed was best kritisch over mijn uitspraak, en ze maakte al meteen aan het begin van de reportage (volledig tegen de afspraak in, want eigenlijk wou ik niet met m’n eigen auto rijden) de opmerking “wel een hele mooie auto hé,” waardoor ik weggezet werd als “zagevent met dikke auto die per se de stad wil kunnen inrijden.” Qua framing kon dat tellen.

Op de koop toe had de slimme schepen natuurlijk een prima plek uitgekozen om af te spreken: een parking, midden in de stad, op een paar minuten van de snelweg; ik reed er super makkelijk heen. Ik moest niks lussen draaien of zo. Ik was er meteen. En ik had ook direct een parkeerplek. “Dat ging makkelijk toch?” vroeg de reporter. En ze had nog eens gelijk ook. En de sympathieke schepen (want hij was echt vriendelijk) ontving me voor een fijne wandeling door de stad. Kijk, ik wandel graag, dat weet je. De zon scheen. Mensen zaten op terrasjes. Er werd gefietst in de stad. Het was een topdagje in Gent. Het was dus moeilijk om daar op een geloofwaardige manier de kritische mens uit te hangen.

Enfin, mijn negatieve tweet zorgde voor de beste promo die de stad en de groene schepen zich maar konden inbeelden. Ik probeerde nog wat tegengewicht te geven door te zeggen dat Gentse gezinnen die echt twee auto’s hebben daar veel extra belastingen moeten voor betalen. Maar de waarheid is: ik ging helemaal af. De schepen had mij, met de hulp van de reporter van de VRT die het autoluw maken van de stad duidelijk een goede zaak vond, helemaal knock out geslagen. Het was meer dan 1-0 voor Watteeuw. Vervelend, maar wel mijn eigen schuld. Na al die jaren in de media moet ik de gevolgen van zo’n tweet toch wel wat beter kunnen inschatten, of met juistere argumenten iets bestrijden. Het werd een kleine kater voor mij.

Maar ik, en veel van m’n volgers, bleef wel met hetzelfde idee zitten: zo’n circulatieplan is vervelend. We gaan gewoon minder naar de stad voor inkopen of voor etentjes. De opmerking “die linkie winkies” willen ons alles verbieden, kreeg ik heel vaak binnen, maar dat was niet eens mijn punt. Ik vond het zonde voor ons, als klanten, maar al zeker voor de horeca en de winkels in de stad. En wees eerlijk: de voorbije jaren bleven er verhalen opduiken van handelszaken, ijssalons, bakkers, restaurants, die de deuren moeten sluiten omdat de mensen de stad niet meer zo makkelijk inkomen. Maar goed, ik had de behoefte niet om daar nog veel uitspraken over te doen. Ik woonde in Bonheiden, op het platte land, en ik vond het daar prima.

Maar, en nu komt de reden van deze blogpost. Sinds enkele maanden woon ik toch wel in de buurt van Gent zeker, in Lochristi. Mijn partner, die veel minder conservatief is als ik, en heel erg openstaat voor alle evoluties die de wereld properder, diverser en milieuvriendelijker kunnen maken, keek er al naar uit om dichter bij Gent te wonen, er veel te winkelen en te lunchen. Ik zelf dacht nog altijd, een beetje cynisch: “gezellig, met dat circulatieplan. Mij zien ze daar niet.” Maar schepen Filip Watteeuw zal nu opnieuw in z’n handen wrijven, zijn 1-0 bij onze vorige confrontatie in 2016, wordt vandaag een 2, of 3-0…

Maar geloof me: ik ben Gent aan het herontdekken als nooit tevoren. Dat heeft met vanalles te maken. Er zitten in Gent gewoon prachtige restaurants en brasserieën, en ik wil er zoveel mogelijk gaan ontdekken. Gent heeft veel hippe en leuke eetconcepten, en je kunt er ook heerlijk gastronomisch eten. Dat wil ik natuurlijk niet missen. Met de taxi naar Gent gaat trouwens super makkelijk vanuit Lochristi. OK, het kost wat, maar het is veilig en je moet geen parkeerplek zoeken. Ik ben zelfs al eens te voet naar de stad gewandeld, met de fiets is super makkelijk. En er stopt een bus letterlijk voor onze deur die naar het centrum van de stad gaat (OK, die laatste heb ik nog niet geprobeerd, corona-gewijs enzo).

Maar ik wil het vooral eens hebben over shoppen in de stad. Vorige week kwamen vrienden eten en ik wou in Gent een taartje halen bij Joost Arijs. Een super goede patissier, die klassevolle hippe taarten maakt. En nu we toch op maar 7 kilometer wonen wou ik er toch eens omrijden. Ik rij tegenwoordig hybride trouwens (ja, meneer Watteuw), dus ik kon lekker op de batterij naar de stad bollen. Maar ik was wel benieuwd of shoppen in de stad moeilijk of makkelijk zou gaan. Wat bleek: ik gleed zonder iets van verkeersproblemen dankzij Waze recht naar het centrum van Gent. En vlak om de hoek bij Joost Arijs, op een pleintje, was toch wel een parkeerplek vrij. En ik ontdekte zelfs dat de eerste 20 minuten parkeren daar gratis waren. Ruim tijd genoeg om een taartje en wat lekkere macarons te kopen en terug de stad uit te rijden. Hoe makkelijk ging dat?

Alles went, met andere woorden. In mijn geliefde stad Barcelona zijn ze ook zware stappen aan het zetten om de stad autoluw te maken. En geloof het of niet: ik ben de grootste supporter. Ik heb geen auto in de stad, ook al ben ik er in de zomer (dit jaar niet) soms zes weken. Ik heb het simpelweg niet nodig. Ik wandel alles, of neem een taxi als het te ver is en te snel moet gaan. En de gedachte dat er ook daar steeds minder auto’s door de stad zullen rijden maakt heel veel bewoners blij. De luchtkwaliteit is er eigenlijk niet zo goed, en is zo beetje bij beetje aan het verbeteren. Dat kun je toch alleen maar toejuichen.

Ben ik nu plots een grote fan van het circulatieplan in Gent en het feit dat ze de stad autoluw maken?  Heb ik mijn kar (“wel een mooie auto he Sven”) helemaal gekeerd? Was mijn tweet in 2016 een stomme uitspraak? De waarheid ligt in het midden. Ik heb toen echt, net als veel mensen, veel minder gewinkeld en gegeten in de stad. En ik vraag me oprecht af of het autoluw maken van de stad veel handelszaken in Gent “de strop” heeft omgedaan. Ik weet gewoon niet hoe dat zit, ik ken de cijfers niet. En ik vraag me ook af of de bewoners zelf tevreden zijn met de mobiliteit in hun stad.

Maar eerlijk is eerlijk: als bewoner in de rand ben ik Gent echt aan het herontdekken. Het is en blijft één van de mooiste steden in ons land. Je kunt er heerlijk eten en drinken. En veel last heb ik persoonlijk dus niet van het circulatieplan, ik kan fietsen, met de taxi gaan, of m’n auto parkeren in één van de parkings, zelfs gratis bovengronds als het maar voor 20 minuutjes is. Het door mij zo verfoeide circulatieplan houdt me vandaag in elk geval niet meer tegen om de stad volop te herontdekken. Het is niet erg om zoiets toe te geven, zelfs jaren na een kritische tweet.