Daarom is Ottolenghi vandaag de superster van de keuken!

Vandaag is Yotam Ottolenghi in ons land. Vanmiddag heeft de hippe superster van de kookboeken een paar interviews gegeven en ook z’n boeken gesigneerd, en vanavond geeft hij een lezing in De Vooruit. De lezing voor zo’n 700 fans is blijkbaar het snelst verkochte event ooit in De Vooruit. Moet je maar doen als chef. Maar Ottolenghi is geen gewone chef natuurlijk.

De in Israël geboren 190 cm grote groentengod is immens populair. Z’n boeken verkopen ontzettend goed en z’n aanpak inspireert miljoenen mensen over de hele planeet.

Op dit moment heeft hij een nieuw boek te promoten: “Simpel“. Straffe titel, want Ottolenghi zijn recepten stonden er voor bekend dat ze best veel ingrediënten bevatten. Maar, zo zegt hij zelf altijd, “als je al eens een ingrediënt uit één van m’n recepten vergeet of achterwege laat, dan is dat geen probleem. Meestal blijven de gerechten overeind, de smaak of textuur zal hooguit wat wijzigen.” Toch is “Simpel” een makkelijker te gebruiken boek dan z’n vorige, simpeler zeg maar, maar zeker even lekker.

Wat maakt Ottolenghi zo straf? Een paar dingen. Hij is behoorlijk autodidact. Is pas van rond z’n dertigste echt actief in restaurants gaan werken, en heeft dus niet het traditionele parcours van vele andere topchefs afgelegd. Hij heeft net daarom heel veel respect voor ons, hobbykoks, en houdt rekening met de smaak, skills en mogelijkheden van koken in je eigen gewone koken.

Op de koop toe is Ottolenghi zo slim geweest om z’n roots uit te spelen. Vandaag heeft hij in London restaurants en shops die naar hem genoemd zijn, maar hij blijft de Israëlische basis van z’n keuken trouw. Mensen houden vandaag van authenticiteit. Je roots niet verloochenen, integendeel, er mee aan de slag gaan, wordt zeer gewaardeerd, zeker als je er een fijne twist aan geeft. En de keuken van Israël kenden we misschien niet zo goed, maar zit echt bomvol smaak.

Het grote succes van z’n keuken is dat hij de groenten zo’n centrale plaats geeft, op een bijzonder smaakvolle manier. Toch is hij geen vegetariër, en z’n keuken ook niet. Soms moet vlees wel eens kunnen, vis ook, maar ze spelen minder de hoofdrol in zijn keuken. Dit zegt Ottolenghi daar altijd over: “geef mij een stuk vlees of vis, en als ik dat goed bereid dan is daar weinig aan op te merken. Groeten zijn wat bewerkelijker, je moet er iets mee gaan doen, bakken, stomen, stoven of roosteren, en liefst met speciale kruiden of extra smaakmakers.” Van die groenten heeft hij trouwens weer echte sterren gemaakt. Aubergines, de pitjes van granaatappelen, allerlei knollen, hij gaat er mee aan de slag, en zorgt dat ze allemaal vol smaak zitten.

En wat Ottolenghi in al zijn aanstekelijke eenvoud wellicht zo groot maakt: z’n gerechten zijn zeer herkenbaar, telkens verrassend en toch redelijk typisch. Ze zien er rustiek uit en toch ook weer modern. Ze smaken intens en je hebt (overigens terecht door de vele groenten) het gevoel dat je heel gezond aan het eten bent zonder dat hij kookt vanuit één of andere dieetmethode. Ik denk dat dat de kenmerken en talenten zijn die zo gigantisch aanslaan bij ons, hobbykoks in 2019. Eerlijk: ik ben behoorlijk jaloers dat ik er vanavond niet bij ben in Gent.