
Het aperitief waar je mij geen plezier kunt doen: een kleine gele
Le petit jaune is de bijnaam van een glas pastis, uiteraard vanwege de gele kleur van het aperitief. Jammer maar helaas, maar door de intense anijssmaak die ik persoonlijk niet erg lekker vind kun je me ook geen plezier doen met dit nochtans erg populaire drankje. Vooral in de zomer zijn superveel mensen fan van le petit jaune.
Pastis wordt gemaakt van steranijs, zoethout en kruidenextracten. In Frankrijk werd het populair na het verbod op absint. Vanwege de hallucinogene effecten van absint werden de verkoop en consumptie van absint verboden.
Paul Ricard, de 23 jarige zoon van een wijnhandelaar uit Marseille, dacht na over een vervangend drankje voor absint.
In 1932 ontwikkelde hij een pastis, het aperitief dat voor altijd verbonden zou blijven met Zuid-Frankrijk en bovenal de Provence. Hij vernoemde het drankje naar zichzelf: Ricard. Het recept van Paul Ricard uit 1932 bezorgde hem de status van wereldmarktleider in pastis.
Pastis wordt bekomen door maceratie, en niet door destillatie, van de kruiden in alcohol. Maceratie is het weken van kruiden in een vloeistof, vergelijk het met het ‘weken’ van een theebuiltje in heet water. Het alcoholpercentage van pastis ligt tussen de 40% en 45%.
Zo serveer je een pastis : vul het glas eerst met 2 cl pastis, schenk +/- 10cl ijs gekoeld water bij in het glas en voeg als laatste 2 ijsblokjes toe. Pastis wordt ook gebruikt in cocktails, gemengd met muntsiroop heet het “Perroquet”.
Reacties