Samosa is een populair hartig gebakje dat afkomstig is uit de wonderlijke en zeer gevarieerder Indiase keuken. Samos’a bestant meestal uit een driehoekige of kegelvormige buitenste laag gemaakt van deeg, gevuld met een gevarieerd mengsel van gekruide aardappelen, groenten, vlees of linzen. De vulling kan sterk variëren afhankelijk van regionale en persoonlijke voorkeuren. En wie India een beetje kent weet dat er op elk gerecht evenveel variaties bestaan als dat er hobbykoks zijn in India. Dus als je zelf samosa’s maakt maj je experimenteren met smaken zoveel je maar wil.

Samosa’s worden traditioneel gefrituurd tot ze goudbruin zijn, waardoor ze een heerlijke knapperige textuur krijgen. Ze worden vaak geserveerd als snack, als voorgerecht en zelfs als populair straatvoedsel in India en vele andere landen met Zuid-Aziatische invloeden. Ze worden ook vaak geserveerd met pittige chutneys of spannende dips voor extra smaak. Essentieel zijn trouwens de kruiden in de vulling. We zitten in India dus tropische kruiden als komijn, koriander, garam masala en chili, geven samosa’s hun kenmerkende smaak.

Als je een goed Indisch restaurant in de buurt hebt moet je daar gewoon geregeld eens gaan eten. Niet enkel de samosa’s zijn lekker, maar de Indische keuken kent nog gigantisch veel andere gerechten die getuigen van zoveel culinaire traditie, altijd anders, altijd spannend. Als je weinig ervaring hebt vraag altijd milde gerechten. De echte Indiërs mogen dan wel voor extra pikant gaan, maar op die manier overheerst het hete van het gerecht en gaan naar mijn smaak en bescheiden mening, teveel nuances verloren voor ons Westerlingen. Maar samosa’s zijn meestal niet te gek of te pikant van smaak.