Klein probleempje voor onze ochtendshow, Anke

Het is augustus. We zitten aan twee derde van onze vakantie. Over exact twee weken, na het weekend van 15 augustus, zijn we er terug. Dinsdag 16 augustus is de dag dat we er met ons ochtendteam weer invliegen en weer elke weekdag vier uur radio gaan maken. Ik ben ontzettend aan het genieten van het verlof, maar ik heb toch ook weer veel zin om samen met Anke elke dag ochtendshow te gaan maken en jullie wakker te maken.

Toch is er één raar dingetje. Een kiezeltje in de schoen. En dat is mijn bioritme. Dat heeft zich deze vakantie voor het eerst in andere plooien gelegd namelijk. Normaal ben ik op vakantie ook altijd bijzonder vroeg wakker. Niet om vier uur zoals door het jaar, maar ergens tussen zes en zeven spring ik wel altijd met een glimlach mijn bed uit. Dan schrijf ik wat, ga ik wandelen, en dan maak ik rond een uur of één een lichte lunch. En daarna doe ik dan wat ik door het jaar thuis ook altijd doe: ik geniet van een lekkere siësta. Zeker hier in Spanje. Zo gaat dat alle vakanties.

Maar deze zomer is dat anders. Is dat door mijn corona-quarantaine van in het begin van de zomer? Is dat omdat ik op één of andere manier toch echt eens onthecht ben geraakt? Maar de laatste weken slaap ik gewoon uit. Ik meen het. Tot iets voor acht, soms zelf tot kwart over acht. Ik zet geen wekker hier, en mijn lichaam vindt dat uitslapen blijkbaar fijn. Het gevolg is dat ik wel geen siësta’s meer doe. Tijdens geen enkele eerdere vakantie is dat hier zo gegaan. Ben ik dan echt oud aan het worden? Of kan ik net iets makkelijker het werk van me afleggen?

Hoe dan ook: over twee weken is dat liedje weer over. Dan gaat de wekker iets over vier in Lochristi, en dan begint mijn werkweek weer in het holst van de nacht. Ik hoop dat het me nog lukt, beste Anke, beste ochtendteam en beste luisteraars. Ik denk en hoop het wel. Ik doe het nu al meer dan dertig jaar zo. En ik wil het misschien nog twintig jaar zo doen. Als ik maar weer in het ritme van de siësta raak, want oh, wat hou ik daar van. Maar eerst geniet ik nog heel even van Barcelona, met of zonder siësta.