Mijn kleine trucjes om altijd goed te slapen.

Opstaan om vier uur is vroeg. Maar het hoort in mijn geval wel bij de tofste job van de wereld: ochtendradio maken. Ook al is die wekker elke keer pijnlijk, eens ik mijn bed uit ben kan ik de dag aan.

Ik sta meestal al blij gezind onder de douche, en ik rij dan nog steeds met evenveel plezier naar Vilvoorde om de luisteraars van Joe wakker te maken. Ik kan dat volhouden omdat ik (meestal) een uitstekende slaper ben. Het is een talent dat ik van mijn papa geërfd heb denk ik, da’s ook zo’n goede slaper.

Ik heb wel een paar kleine trucjes om gegarandeerd goed te slapen. En die zet ik graag even op een rijtje. Ze zullen niet voor iedereen van toepassing zijn, maar sommige misschien wel.

 

  1. Ik slaap het beste als ik moe ben. Fysiek moe. Dat ben ik doordat ik elke weekdag vroeg opsta. Maar ook doordat ik veel ga wandelen. Hoe verder ik gewandeld heb, hoe beter ik slaap. Fysieke vermoeidheid na het sporten is het beste slaapmiddel!
  2. Niet overdrijven met alcohol ’s avonds. Ik hou van een glas rode wijn, en dat helpt me om rustig te worden. Maar dat hoeft niet elke avond van de week.
  3. Een lekker kopje thee helpt me veel beter om lekker loom te worden. Kruiden-thee uiteraard. En liefst dan nog met kruiden uit de eigen tuin.
  4. Het laatste uur proberen we blauw licht te vermijden. Dat lukt niet altijd, omdat ik het nieuws blijf volgen. Maar ik merk dat ik beter slaap als ik de smartphone voor het slapen even opzij leg.
  5. Verse lakens zijn zalig. Gaan slapen in een mooi opgemaakt bed is heerlijk. En wij durven wel eens lavendelspray op de dikke kussens te sprayen. Als je dan met je hoofd in de kussens landt dan voel je je al half in dromenland.
  6. Nooit met ruzie gaan slapen. Niet met je partner, maar ook niet met Twitter of zo. Ik heb dat moeten leren, vooral dat laatste, want ik durfde vroeger tot laat te discussiëren op sociale media, en dat is nergens goed voor.
  7. Uit Barcelona nemen wij altijd melatonine mee. Geen idee of je dat hier ook zomaar kopen kunt, maar dat natuurlijke voedingssupplement helpt ons wel om rustig te worden.
  8. We zitten altijd nog wat in de bib voor het slapen gaan. Dan zappen we soms naar niet al te moeilijke TV. Of we lezen een boek. En altijd ligt de kat bij ons te snoezen. Gilbert is een oude kater geworden die heel veel slaapt, en dat doet hij dan ook aan onze voeten, voor de haard, ’s avonds laat. Zeer gezellig, en het maakt onszelf ook slaperig.
  9. Belangrijk: niet te moe zijn ook, want dan ben je te gestresst om te slapen. Daarom vind ik het belangrijk om zo vaak mogelijk een siësta te doen. Want ’s nachts slaap ik meestal maar een vier à vijftal uurtjes, en dat blijft weinig.
  10. Voor het slapengaan hebben wij altijd hetzelfde ritueel. Alle wekkers checken, het alarm van ons huis aanzetten, alle kleren al klaar leggen in de badkamer voor de volgende dag, en vooral, al onze zegeningen tellen: alweer een dag geleefd. En morgen komt er nog zo één. En dan val ik bijna altijd zalig in slaap.