Als je mij vijftien jaar geleden op een al dan niet druilerige dag in België zou gevraagd hebben: “sluit je ogen, denk een paar minuten rustig na, ga in gedachten op reis naar al je lievelingsbestemmingen in de wereld, en zeg me wat de plek is in de wereld waar je nu het liefste zou zijn?” dan wist ik het wel. Ik zou geen tropisch strand gekozen heb op een zonovergoten eiland, zelfs niet de Taj Mahal in Agra, ik zou niet gekozen hebben voor de Rocky Mountains of de Eiffeltoren in Parijs. Ik zou gezegd hebben: de Boqueria in Barcelona.
De Boqueria is de eerste markt van dat kaliber die ik ooit bezocht in mijn leven. Die magische plek heeft meer dan een kwart eeuw geleden een verpletterende indruk op mij gelaten. Het is een overdekte markt aan de ook al idyllische Ramblas van Barcelona, met tientallen prachtige kramen vol heerlijke verse producten. Je kon er een gigantisch aanbod vinden aan verse vis en schaaldieren, van heerlijk vlees en de meest verse groenten en fruit. De locals kwamen er shoppen, er waren een paar kraampjes waar je iets eten kon. En telkens als ik er wandelde, dacht ik: woonde ik hier maar, had ik hier maar een keuken tot mijn beschikking, dan zou ik hier elke dag komen shoppen. Ja, de beroemde Boqueria was mijn absolute lievelingsplaats in de wereld: het absolute paradijs voor een foodie zoals ik.
Vandaag kom ik er zelden of nooit meer. De eens zo fantastische markt is al lang niet meer wat die ooit was. Het begint al met de Ramblas. Nog zo’n straat die ik meestal probeer te vermijden. De hele straat is een gigantische toeristenval. Ook al blijft ze fantastisch mooi, het is ook een plek waar ze het geld uit je zakken stelen. Vaak letterlijk: het is het paradijs van de pickpockets. Maar het is ook de straat vol verkopers van allerlei prullarie die er je voortdurend aanspreken, en ook de terrasjes en restaurants, zijn plekken waar ze maar één ding willen: je geld. Lekker eten zul je er niet per se doen. Duur eten wel. En grote pinten drinken in van die gigantische glazen. Kijk er maar eens rond: je zult er nauwelijks een Spanjaard zien. Het is een straat vol toeristen geworden: lallende Britten, schaars geklede dikke Duitsers, en opdringerige straathoertjes ‘s nachts.
En dan de Boqueria zelf. Je kunt er uiteraard nog altijd fantastisch lekkere producten kopen aan de vis-, vlees- en groetenkraampjes. Die blijven natuurlijk goed. Maar het zijn er steeds minder. Het eerste deel van de markt is één groot snoepkraam geworden. Alle dingen die toeristen willen, kun je er vinden. Voorgesneden fruit in plastic bekers, diezelfde bekers gevuld met fruitsapjes in de meest exotische kleuren, kraampjes waar je stukjes ham in papieren puntzakjes kunt kopen (vaak niet de beste jamon en toch duur) en letterlijk ook: snoepkramen. Geen zelfgemaakte traditionele snoepjes, neen dezelfde snoep die je in zakjes in de supermarkt koopt, maar dan mooi op hoopjes gestapeld.
De eens zo mooie markt is druk, loopt vol met toeristen, en is een groot deel van zijn oorspronkelijke charme kwijt. En je zult er steeds minder Catalanen tegenkomen. Als je met een local praat over de Boqueria zullen ze eens de schouders ophalen en beleefd glimlachen. Mooie attractie voor toeristen. Maar zelf zul je ze in de Boqueria niet zo vaak zien.
Dat heeft nog een andere reden ook hoor. De meeste inwoners van de stad zijn ontzettend gehecht aan hun eigen straat, hun eigen buurt, hun eigen wijk. En er zijn overal in de stad overdekte markten zoals de Boqueria, met net dezelfde lekkernijen, maar zonder de snoepkramen, de fruitsapjes en de duizenden toeristen. Er zijn er meer dan twintig in de stad, en ik ken ze allemaal van mijn wandelingen. Wijzelf hebben iets verderop in de straat de fantastische Mercat del Ninot. Die is een paar jaar nadat we onze flat kochten in Barcelona volledig gerestaureerd, en het is voor mij één van de beste markten ter wereld. Je kunt er de lekkerste dingen vinden. Zeven of acht viskramen, evenveel slagers, vijf fantastische groentekraampjes, lekkere barretjes en heerlijke traiteurs. Er is zelfs een kraampje waar je tientallen verschillende soorten eieren kunt kopen, tot ganzeneieren en struisvogeleieren toe. Werkelijk het paradijs, qua kwaliteit tien keer beter dan de Boqueria, super authentiek en een stukje goedkoper.
Zout, wanneer je het met mate gebruikt, is een heerlijke smaakmaker voor je gerechten. Niks zo lekker als wat zout op je aardappelen, wat peper en zout met wat olijfolie of boter op je broodje en in vele gerechten, zelfs in zoete desserts, is een snuf zout echt de ultieme punch … Lees meer
Op een vrijdag de 13de durven mensen wel eens extra last te hebben van bijgeloof. Zo’n dag zou mensen immers ongeluk brengen. Ze lopen daarom niet onder ladders door, en zijn bang voor zwarte katten en zo … Lees meer
Ik ben weer vertrokken uit Barcelona om in België na een deugddoende vakantie weer aan het werk te gaan, lekker radio maken met Anke, elke dag tussen zes en tien op Joe … Lees meer
15 augustus is moederdag in Antwerpen, en wij vieren dat ook, ondanks het feit dat mama in Knesselare en wij in Lochristi wonen. Maar ik ben daar principieel in: je kunt je moeder niet genoeg vieren … Lees meer
Het is vrijdag. En dat is voor veel mensen frietjes-dag. Maar misschien heb je zin om morgen of overmorgen eens iets echt lekkers te koken, en weet je nog niet zo goed welk recept je deze keer zou maken … Lees meer
Neen! Witte chocolade wordt net als fondant en melkchocolade ook “chocolade” genoemd, maar eigenlijk klopt dat technisch gezien niet, want witte chocolade heeft een compleet andere samenstelling … Lees meer
Het is niet fijn wanneer je groenten en fruit onrijp zijn, dan zijn ze niet lekker en kun je ze beter niet gebruiken in je gerechten. Maar verspilling is al helemaal erg … Lees meer
Je zal het hier zelden of nooit zien gebeuren op restaurant, en ik denk dat veel mensen zich daar ook op een manier voor schamen, maar in Amerika (en in nog wel een paar landen) is het de allergewoonste zaak ter wereld: de overschot van je eten mee naar huis nemen in een zogenaamde “Doggy Bag” … Lees meer