
Steenbakkers friet? Wie heeft daar ooit al van gehoord?
Toen ik mijn mama gisteren belde (wij horen elkaar vrijwel elke dag) vertelde ze dat ze een biefstukje ging eten met tomaatjes bij en zelfgemaakte steenbakkersfriet. Ik moest toch even glimlachen, want het was een woord dat ik misschien een kwart eeuw niet meer gehoord had. “Steenbakkersfriet”.
Het is een simpele aardappelbereiding. Je snijdt de aardappels in dunne schijfjes, spoelt al het zetmeel weg met water, droogt de plakjes, en bakt ze vervolgens in goede boter met een geut olie, zonder ze eerst te koken of te pocheren. Het zijn dus hele dunne, in goede boter gebakken rauwe aardappelschijfjes, met wat zout op en peper. Door al die boter en het grote oppervlak van de schijfjes is dit een best wel vette bereiding, maar oohhh zo lekker, want de dunste schijfjes worden ook lekker krokant gebakken, dus bijna gefrituurd in de hete boter. Ze kleven soms ook nog een beetje aan elkaar, maar zo hoort dat.
Ik vroeg mama toen ik haar vandaag opnieuw belde waar de naam “steenbakkersfriet” eigenlijk vandaan komt. Want toen ik het even op internet ging zoeken kwam ik de naam of het recept echt nergens tegen. Het was blijkbaar mijn meme Julia zaliger die dit aardappelgerecht geregeld maakte en het zo noemde. Ze woonde in Bottelare bij Merelbeke. En nu vraag ik me af: is “steenbakkersfriet” een typisch gerecht of tenminste een typische benaming uit die streek? Of zijn er nog mensen die het kennen? Hoe noemen jullie het dan? En vooral: maak je het zelf soms nog?
Reacties