
Voeding industrie. Stop hier toch eens mee!
Er zijn een paar dingetjes die me kunnen ergeren als het over voedsel gaat. En eentje daarvan is: verspilling. Er is wereldwijd zo’n druk op de voedingsketen, zoveel mensen hebben niet voldoende gezond en evenwichtig voedsel, dus ik beschouw het als mijn morele plicht om zo weinig mogelijk mee te doen aan de verspilling van voedsel. Alles wat we in huis halen wordt hier opgegeten of verwerkt.
Ach, iedereen gooit al eens iets weg, hoor ik je denken, maar ik kan je verzekeren: bij ons gebeurt dat zelden of nooit. Ik kan nogal goed hoeveelheden inschatten, en als iets van eten dreigt te bederven, dan doe ik er altijd wel iets mee. Van overrijpe bananen maak ik bananenbrood, ander rijp fruit wordt een smoothie, groenten blancheer ik en die gaan de diepvriezer in. En restjes zijn voor mij ook de aanleiding om nieuwe recepten te bedenken.
Ik vind daarom dat de voedingsindustrie, maar ook de restaurateurs in betere tijden, er alles aan moeten doen, om samen met ons de verspilling van voedsel tegen te gaan. Daarom erger ik mij toch wel aan bepaalde verpakkingen. En ik snap ook echt niet waarom ze nog blijven bestaan: verpakkingen waarin altijd een beetje product achterblijft, omdat je er het simpelweg niet uitgelepeld of geknepen krijgt.
Bij een bakker bij ons in de straat kun je behalve brood en gebak ook beleg kopen. Prima beleg hoor: kip curry, tonijnsla, préparé, dat soort dingetjes. Normaal ga ik daarvoor naar de slager. Maar ze staan in een koeltoog vlakbij de broodjes, dus dat grabbelt makkelijk mee als je wat gehaast bent. Met het beleg is niks verkeerd, maar met de verpakking wel. Het zijn immers geribbelde plastic doosjes. En hoe ik ook m’n best doe, ik krijg het beleg er nooit volledig uitgeschraapt. Er blijft altijd wel wat krabsla of préparé tussen de ribbeltjes zitten en dat frustreert me danig.
Die bakjes worden niet enkel bij onze bakker gebruikt, maar in vele zaken waar je beleg kunt kopen. En ik snap het niet helemaal. De enige reden waarom je voor zulke vervelende bakjes zou kiezen moet een esthetische zijn, dat kan toch niet anders? Want ik kan me niet voorstellen dat er ook maar één mens het beleg er volledig uit gelepeld krijgt. En ik zeg dan wel “een esthetische reden”, maar ik bedoel dat natuurlijk een beetje cynisch, want zo mooi zijn die verpakkingen nu ook niet.
“Niet zagen Ornelis,” hoor ik je denken. Over hoeveel gram gaat het uiteindelijk? Weinig toch? Hooguit vier of vijf gram? Maar als wij vijf zo’n potjes kopen per week dan gaat er meer dan een kilo voedsel verloren per jaar. Als duizend klanten in die ene winkel zo sukkelen met hun potjes, dan gaat er per jaar meer dan een ton vlees of vis verloren. Hoeveel koeien zijn dat niet? En als je het verlies van alle mensen die zo’n rotpotjes in huis halen op gaat tellen? Ik durf er eerlijk gezegd niet aan te beginnen.
Dus daarom toch een kleine oproep aan de verpakkingsindustrie, aan de voedingsindustrie ook, en aan de winkels: ga toch gewoon voor verpakking die handig is, waar je alles uit kunt halen dat er in zit, en maak het ons niet lastig. Zo kunnen we samen verspilling tegengaan. Dank u! En nu smeer ik me weg. Ik ga een boterhammetje met préparé eten. Als ik het laatste restje uit het potje geschraapt krijg natuurlijk.
Reacties