
WAAR IK ECHT NIET VAN HOU OP RESTAURANT
Ik hou van lekker eten, dat weet je, en ik ga graag eens op restaurant. Ook al kook ik zelf bijzonder graag en vaak, zo eens de voetjes onder tafel steken en de heerlijke gerechten van een gepassioneerde chef voorgeschoteld krijgen door vriendelijke obers, dat is toch een feest.
Wanneer ik echt tevreden ben van het eten en de bediening (en dat kan zowel in een sterrenzaak als in een leuke brasserie, ik hou namelijk van lekker eten veel meer dan van snobistisch eten) dan durf ik wel eens een tip te geven, een fooi. Dat is bij ons niet verplicht, want eigenlijk is de service inbegrepen in de prijs.
In Amerika ligt dat wat anders, de obers worden betaald met je tips, dus wanneer je minder dan 10 procent geeft komt dat slecht over en is het een teken dat je niet tevreden bent met de service.
Maar goed, ook bij ons, of in Barcelona, geef ik wel eens een fooi, wanneer ik gelukkig ben over het diner. Maar wat ik echt niet hebben kan is wanneer men mij bij het afrekenen vraagt hoeveel fooi ik geven wil. Dat overkomt me de laatste tijd net iets te vaak. Vorige week nog, in een restaurant in Spanje. De dame stak bij het afrekenen de terminal half onder m’n neus en zei: welke fooi wil je geven.
Ik vind dat in feite heel opdringerig. Als ik een tip wil geven dan wil ik dat van harte doen, en niet met het mes op de keel. Het is zo’n beetje hetzelfde gevoel wat ik heb bij het verlaten van een toeristische bus, koets of bootje. Dan zegt zo’n gids in 5 talen: vergeet de gids niet. Vergeet “mij” niet. En hij staat daar dan met z’n hand open. Voelt raar.
Maar ik snap zo’n gids nog net iets meer dan een ober die expliciet om een tip gaat: die gids ziet elke klant wellicht maar één keer in z’n carrière passeren. Maar restaurants daar ga je, als het er lekker was, vaak meer dan één keer eten. Als dan dat figuurlijke mes op mijn keel wordt gezet denk ik: “laat maar. Tot nooit meer.”
Reacties