Ik heb het de voorbije maanden een paar keer voor gehad. Ik die zo graag tafel, en erg hou van de verfijnde keuken, die dan plots zo’n beetje geeuwend naar alweer een nieuwe gang zit te kijken in een eindeloze rij gerechten. Netjes voorgesteld door een keurige, stijfdeftige ober, alsof die zijn examen voordracht komt doen aan tafel. De bordjes zijn dan vaak heel erg mooi hoor. Met een toefje van dit en een garnituurtje van dat. Diep over nagedacht en ook prachtig geserveerd. En toch dacht ik: wanneer mag ik de rekening vragen en kan ik rustig naar huis wandelen.
Waarom? Vaak eet je gewoon veel te veel. Niks zo ongezellig als een overvolle maag en toch nog drie gerechtjes moeten naar binnen spelen, omdat het nu eenmaal zo bedacht is. In zo’n lang menu zitten altijd dingetjes die je heerlijk vindt, maar vaak ook schotels waarvan je denkt: is dit het maar. Of veel erger nog: het is knap bedacht, maar echt lekker is het niet. En dat is nochtans de reden waarom we op restaurant gaan, denk ik toch? Je wilt lekker eten. Onder de indruk zijn van de kunstjes van de topchef is fijn, maar de smaak moet toch altijd goed zitten? En dan die aangepaste wijnen. Ik vond het altijd plezant want je proeft allerlei lekkers. Maar eigenlijk drink je op die manier ook veel meer, en worden je smaakpapillen van links naar rechts geslingerd. Vaak boeiend. Soms vermoeiend.
Om maar te zeggen: ik raak tegenwoordig vaker dan vroeger de degustatiemenu’s een beetje beu. Gek eigenlijk, want ik kook zelf ook het liefste zo. Wanneer ik gasten op bezoek heb, wil ik laten zie wat ik allemaal kan. En ik verwen mijn gasten dan urenlang aan tafel. Enfin, dat denk ik dan. Negen gangen. Gangetjes. Of tien. Of elf. Ik werk dagen aan die gerechtjes, zorg het liefst voor een aangepaste wijn bij elke gang. Restaurantje spelen zeg maar. Ik wil indruk maken. Kijk eens wat ik allemaal kan. Ik wil mijn gasten dan alle hoeken van mijn keuken laten zien. Terwijl ik het dus op restaurant een beetje beu begin te raken. Merkwaardig. Maar niet onlogisch. Teveel van het goede.
Steeds vaker kies ik tegenwoordig gewoon een voorgerecht en hoofdgerecht waar ik zin in heb, en een goede fles wijn, en dat is het. Soms een stukje kaas extra, want desserts, ik pas daar meestal voor. En steeds vaker laat ik de absolute gastronomische toprestaurants links liggen en ga ik op zoek naar een andere, minder vergezochte keuken, die absoluut hoog speelt op mooie diepe pure smaken. Pure oesters: lekker. Een stukje wild: heerlijk. Asperges in het seizoen. Een kreeftje. Een stukje zeebaars met wat olijfolie over. Steak tartare. Een pizza of een pasta zelfs, waarom niet? Eenvoudige, duidelijk keuken, zonder gedoe en liflafjes. Maar dan wel met topingrediënten en bereid door een echte vakman. Een kok. En geen aansteller. Een beetje back to the roots.
En ik merk het ook wanneer ik thuis voor vrienden een goede curry maak, of een visje in zoutkorst, wanneer ik een lekkere kip in de oven bereid, dat mensen daar even gelukkig van worden als van tien spectaculaire gerechtjes waar dagen voorbereidingswerk in zit. De slakom op tafel. Why not? Het versgebakken brood. Wat goede boter bij. Een lekkere pasta. Een ovenschotel. Mensen smullen ervan. Als het maar lekker is. Wanneer ze met een stukje brood nog eens de laatste restjes saus van het bord soppen, dan weet je het wel…
Geloof me: er is een moment voor alles. En ik zal best nog wel de toprestaurants bezoeken, ik heb te veel respect voor top chefs, en vaak zijn zo’n avonden echt wel feestavonden. En zelf zal ik thuis ook nog weleens van dat soort uitgebreide menu’s met telkens andere bordjes en wijntjes serveren. Maar steeds vaker is ook voor mij de boodschap: less is more. Doe maar gewoon. Het hoeft niet altijd circus of goochelarij te zijn, geen moderne kunst of een wedstrijd in originaliteit. Het mag hoor, maar het hoeft niet. Eten moet gewoon lekker zijn. En tafelen moet fun zijn. Klinkt dat raar?
Dit is een soort van kwisvraagje. Wel eentje waarmee je jammer genoeg niks winnen kunt. Behalve mijn grootste respect. Want ik moet bekennen: ik moest zelf ook even opzoeken wat een hoagie precies was toen ik in de culinaire kalender zag dat vandaag ‘World Hoagie” dag was … Lees meer
Zout, wanneer je het met mate gebruikt, is een heerlijke smaakmaker voor je gerechten. Niks zo lekker als wat zout op je aardappelen, wat peper en zout met wat olijfolie of boter op je broodje en in vele gerechten, zelfs in zoete desserts, is een snuf zout echt de ultieme punch … Lees meer
Op een vrijdag de 13de durven mensen wel eens extra last te hebben van bijgeloof. Zo’n dag zou mensen immers ongeluk brengen. Ze lopen daarom niet onder ladders door, en zijn bang voor zwarte katten en zo … Lees meer
Ik ben weer vertrokken uit Barcelona om in België na een deugddoende vakantie weer aan het werk te gaan, lekker radio maken met Anke, elke dag tussen zes en tien op Joe … Lees meer
15 augustus is moederdag in Antwerpen, en wij vieren dat ook, ondanks het feit dat mama in Knesselare en wij in Lochristi wonen. Maar ik ben daar principieel in: je kunt je moeder niet genoeg vieren … Lees meer
Het is vrijdag. En dat is voor veel mensen frietjes-dag. Maar misschien heb je zin om morgen of overmorgen eens iets echt lekkers te koken, en weet je nog niet zo goed welk recept je deze keer zou maken … Lees meer
Neen! Witte chocolade wordt net als fondant en melkchocolade ook “chocolade” genoemd, maar eigenlijk klopt dat technisch gezien niet, want witte chocolade heeft een compleet andere samenstelling … Lees meer
Het is niet fijn wanneer je groenten en fruit onrijp zijn, dan zijn ze niet lekker en kun je ze beter niet gebruiken in je gerechten. Maar verspilling is al helemaal erg … Lees meer