Wie wil 1 van mijn 4 vrienden zijn, in het kader van de bezoek regeling?

Wow, nu ben ik toch even mijn kluts kwijt. Vanaf nu mogen we van de regering vrienden hebben. Enfin, dat mochten we altijd al. We mochten ze alleen niet zien. Enfin niet ontmoeten. Wel online, maar niet fysiek. We mogen onze sociale bubbel nu uitbreiden met 4 personen die we thuis mogen ontvangen, waar we mogen voor koken, spelletjes mee spelen, lekker mee filosoferen over het leven, en licht beneveld mee mogen worden. Dat is uiteraard fan-tas-tisch nieuws. Ik slaakte een kreetje van vreugde toen ik het hoorde en wou al meteen gaan uitnodigen.

Maar kort na de vrolijkheid viel mijn enthousiasme als een kaartenhuisje, nee sorry, dit is een foodblog, dus eigenlijk eerder als een soufflé in elkaar. Want wie zouden onze vier vaste vrienden worden. Keuzestress. Daarmee bedoel ik: stress of we wel gekozen worden. Bij voetbal en basket was ik als kind ook altijd laatste in het rijtje. Nu denk ik dat ik intussen wat meer troeven heb. We hebben een lekker terras, ik kan een beetje koken en een leuk muziekje opzetten. Een fijne wijnkelder hebben we ook. Al is die na 55 dagen quarantaine wel bijna leeg. Maar goed ik heb wel wat in de aanbieding. Maar dan nog, je weet nooit of je de sollicitatieronde wel overleeft.

Maar wie zou ons kiezen? Mensen met kinderen sowieso al niet. Die gaan bij hun eigen ouders op bezoek. En dan nog. Mijn broer en schoonzus hebben drie kinderen, dat is er eentje teveel om mijn ouders, om oma en opa dus, te bezoeken. Enfin, om wie dan ook te ontmoeten. En ja, als mijn ouders hun kleinkinderen niet kunnen zien zonder verscheurende keuzes te maken, dan gaan wij hen ook niet vragen om hun wild card voor ons te gebruiken. Net hetzelfde voor mijn schoonouders. De buren hebben ook familie en vrienden. Kortom, ik weet het echt niet. Daarom mijn oproep: iemand vrijwilliger? We gaan u met open armen ontvangen. Ah nee, correctie, dat mag niet. Met een open fles dan, en anderhalve meter afstand.

Nee, eerlijk? Ik ga nog even passen. Even de kat uit de boom kijken. Nu vier mensen kiezen, en dan altijd diezelfde mensen opnieuw moeten zien, en erger nog: zij ons… dat lijkt me eerlijk gezegd niet meteen nodig. Het gaat voorlopig wel met ons tweetjes. En dan komen we misschien nog even toe met de resterende wijnvoorraad. Ik zeg… misschien.