
Foto: Stefanie Geerts
Rogvleugel met zeekraal, limoen en kappertjes
Dat vis kraakvers is, is altijd een goede zaak, maar voor rogvleugel is dat al helemaal noodzakelijk. Als je die ook maar eventjes te lang bewaart, gaat de rogvleugel namelijk naar ammoniak ruiken. En als er iets is wat eten voor mij verpest, is het die geur wel. Als ik bijvoorbeeld in hele rijpe kazen het kleinste vleugje ammoniak ruik, kan ik ze al niet meer eten.
Maar verse rogvleugel is natuurlijk een absolute lekkernij. Dit recept heb ik een beetje afgekeken van Patrick, een goede vriend van me. De afwerking met de zeekraal, de kappertjes en wat limoenzeste smaakt gewoon perfect. Een (h)eerlijke bereiding voor een heel mooie vis.
Hoofdgerecht voor 4 personen
Bereiding
- Verwarm de oven voor op 200 °C.
- Dep de rogvleugels goed droog en knip met een schaar de dunne randjes van de vleugels af, omdat die toch alleen maar opkrullen en verbranden. Kruid ze met peper en een snuifje zout.
- Zet een braadpan op een hoog vuur en verhit er een scheutje arachideolie in.
- Bak de rogvleugels in de pan, één tot twee minuten aan elke zijde, tot ze licht goudgeel zijn.
- Neem een ovenschotel, doe er wat olie in en leg er de rogvleugels in. Giet het braadvocht uit de pan bovenop de vis.
- Plaats de schotel in de voorverwarmde oven en gaar de vis gedurende 12 tot 15 minuten (de exacte gaartijd is afhankelijk van de dikte van de rogvleugels).
- Plaats je braadpan opnieuw op het vuur, smelt er een klontje boter in. Voeg dan de zeekraal toe en fruit ze enkele minuten aan tot ze zacht worden. Voeg geen zout toe, enkel peper, want zeekraal heeft al een specifieke zilte smaak.
- Werk af met de limoenzeste en de kappertjes.
Dresseren
- Haal de rogvleugels uit de oven, schik ze op warme borden en schep er de zeekraal overheen.
- Serveer dit gerecht met aardappelpuree of gekookte aardappelen.
Reacties