Ik eet graag goed. Ik kook graag zelf. En ik ga graag op restaurant. Maar er is een ding dat ik echt niet meer wil, en dat is teveel eten. Dat klinkt logisch. Maar toch is het dat niet. Vaak als je op restaurant gaat neem je een voorgerechtje, een hoofdgerecht en een dessert. Dat is veel eten. En soms ga je voor een volledig menu. En dat is heel veel eten. En eerlijk gezegd voor mij meestal teveel. Zeker nu ik bijna twintig kilo vermagerd ben kan ik niet zo ontzettend zwaar meer eten. Ik heb snel genoeg.
Maar eigenlijk heb ik dat gevoel al lang. Ik eet de laatste jaren bijna altijd à la carte en nauwelijks nog de grote menu’s. Behalve in restaurants waar er geen andere mogelijkheid is, en die ik toch wel eens wil ontdekken omdat ze uniek zijn, zoals onlangs bij Le Grand Verre van Wout Bru in Durbuy, en Come van Paco Mendez in Barcelona.
Onze lastigste ervaring was ooit in Denia, bij de overigens briljante topchef Quique Dacosta. Daar namen we het menu, en dat bestond al uit zestien of zeventien gangen, en de chef wou ons extra verwennen met wat bijkomende gerechten. Het was allemaal lekker en fantastisch goed bedacht, daar niet van, maar veel, echt veel teveel. En we wilden niet ondankbaar of onbeleefd zijn, en dus probeerden we zolang mogelijk vol te houden. Tot we echt aan de alarmbel moesten trekken.
Sowieso zijn we die avond met een indigestie naar buiten gegaan. En dat is zonde. Voor onszelf, we voelden ons gewoon niet meer lekker, maar voor de chef evenzeer, want ondanks zijn geweldige talent hebben we vooral onthouden dat het allemaal teveel was. Jammer. In elk geval hebben we toen gezworen: nooit meer. Als we vol zitten zitten we vol. Ons overeten doen we nooit meer.
En als het dan toch eens voorvalt dat we, zoals bij Come, voor het einde van het menu al een verzadigd gevoel hebben, dan vragen we gewoon of we het teveel naar huis mogen meenemen. Dat was tot vijf jaar geleden zeer ongewoon, maar tijdens covid hebben al die restaurants take away georganiseerd, en nu kijkt niemand meer raar op als je een “doggy bag” vraagt. Oef, want ik vind verspilling van voedsel echt doodzonde.
Vandaag is het 14 juli, de nationale feestdag van Frankrijk. Een dag die in heel het land groots gevierd wordt met spectaculaire vuurwerken, en ook vanavond zal dat ongetwijfeld weer gebeuren … Lees meer
Wie me al langer volgt weet het natuurlijk wel: ik heb al bijna vijftien jaar een flat in het prachtige Barcelona, een stad waar mijn hart ligt, waar ik vrijwel al mijn vakanties doorbreng en waar ik telkens opnieuw inspiratie vind … Lees meer
Op 31 is het world no tobacco day. Ik ben een mens die niet van verbieden houdt, dus iedereen rookt zoveel hij of zij wil. Ik heb zelf nooit echt gerookt … Lees meer
Druiven eet je meestal gewoon zo, als frisse snack. Met of zonder pitjes, rood of groen, koel uit de koelkast – altijd lekker. Maar wist je dat druiven ook prachtig kunnen schitteren in gerechten … Lees meer
Twintig jaar geleden vond je het gewoon in de supermarkt: krokodillenvlees, naast struisvogel en kangoeroe in het vriesvak of vacuüm verpakt in de versafdeling … Lees meer
Vandaag is het Brotherday, en dus zet ik met plezier mijn lieve broer Arn eens in de bloemetjes. Net als ik is hij een levensgenieter pur sang. Hij schrijft dan wel geen kookboeken (dat laat hij aan mij over), maar koken kan hij ook wel als de beste – samen met zijn lieve vrouw Nathalie … Lees meer
Op Wereld Yoga Dag wil ik graag iets bekennen: ik ben niet zo goed in yoga. Op een matje liggen, diep ademhalen en in stilte naar de wolken staren – het klinkt mooi, maar het is gewoon mijn ding niet … Lees meer
Op deze bijzondere dag, 11 mei, moederdag, denk ik met veel liefde en warmte aan mijn zalige mama Anny. Ze is eind zeventig, ik ben 51, en geen dag gaat voorbij zonder dat we even bellen … Lees meer