Het team van Marc Coucke scoort!!!

Er staat boven dit artikel een titel met een knipoog, toegegeven. Maar ik heb het niet over Anderlecht wanneer ik hier schrijf “het team van Coucke scoort”. Zeker niet nadat ze deze week door het team van Philippe Clement uit de Belgische beker geknikkerd werden. Hoe groot mijn sympathie voor de voorzitter van Anderlecht ook is, mijn goede vriend Marc weet dat ik sinds jaar en dag een supporter van Club Brugge ben. Dat neemt niet weg dat we ondanks de plaagstootjes in beide richtingen veel respect voor elkaar hebben.

Neen, ik heb het niet over voetbal, dat hoort ook niet per se thuis op een foodblog. Maar wel over het culinaire verhaal dat de Oost-Vlaamse ondernemer in Durbuy aan het schrijven is. Ik herinner me nog goed het moment waarop Marc ons tijdens een reisje met enkele goede vrienden, zijn plannen ontvouwde om het sympathieke stadje in de Ardennen mee uit te gaan bouwen tot een trekpleister voor Walen, Vlamingen (en buitenlanders).

Marc geloofde erg dat de toekomst van het toerisme, ook door de druk op vliegtuigreizen, weer een stukje dichterbij zou komen te liggen. Vroeger gingen we allemaal wel eens op reis naar de Ardennen, maar met het goedkope massatoerisme was dat toch heel wat minder geworden. Marc Coucke was er rotsvast van overtuigd dat als hij samen met de lokale bevolking, Durbuy wat aantrekkelijker, eigentijdser, spannender, en comfortabeler zou maken, we het toerisme in eigen land weer zouden herontdekken. En voor hem waren twee dingen essentieel: het oude stadscentrum moest en zou authentiek blijven, en het respect voor het groen en de natuur was superbelangrijk. Het toerisme moest eco-vriendelijk worden. Echt een van de stokpaardjes van Marc!

Dus hij zette er z’n tanden in, zoals enkel Coucke dat kan, en de rest is geschiedenis. Neen, het prject in Durbuy liep ook niet per se van een leien dakje, maar Marc kan tegen een stootje. Want ja, er was hier en daar wel wat tegenkanting van sommige inwoners van Durbuy en er moest uiteraard ook veel geïnvesteerd worden. Je verbouwt ook niet in 1,2,3 alle avonturenparken, ontspanningsaccommodatie, winkels, hotels en restaurants. Maar, en daar mogen ze in Anderlecht wel gerust op zijn, als Coucke wil dat iets goedkomt en slaagt, dan lukt hem dat ook. En ja, soms kost dat een paar jaar. Een voetbalfan leest zo’n plannen niet graag, maar Coucke heeft ze wel degelijk. Zo ook in Durbuy.

Vandaag draait het toerisme in Durbuy en omstreken weer op volle toeren. Ook bij de lokale bevolking is nauwelijks nog gemor te horen. Een groepje anti-Coucke-inwoners had zich bij de verkiezingen speciaal verenigd in een partij, maar haalde amper 150 stemmen op de 9000. Niet onlogisch: Marc betrekt heel veel lokale ondernemers in z’n groeiverhaal, en de werkloosheid in het stadje daalt elk jaar opnieuw met duidelijke cijfers. In 2014 was nog 15 procent werkloos, nu is dat 11 procent, en Marc maakt zich sterk dat hij dat onder de 10 procent en nog lager zal krijgen. De mayonaise pakt. Tussen de ambitieuze ondernemer en de inwoners van Durbuy. Tussen het aantrekkelijke stadje en de toeristen uit Wallonië en Vlaanderen en ook steeds meer buitenlanders vinden opnieuw hun weg.

Ook op horecavlak is Marc er straffe dingen aan het doen. Hij trok enkele jaren geleden sterrenchef Wout Bru aan, die mee investeert in het hele horecagebeuren in Durbuy. Ik ken Wout al jaren. We gingen vaak bij hem eten in Eygalières, en hij kookte daar echt op wereldniveau. Ik was er zelfs een paar keer met Coucke, en ik weet dat Marc een grote fan is van de keuken van Wout. Dus logisch dat hij deze topchef naar z’n project in Durbuy probeerde te halen. Eerst nam Wout “Le Sanglier Des Ardennes” over en maakte er z’n nieuwe culinaire toprestaurant van. Kenners vinden dat het restaurant minstens een ster waard is, en hadden eigenlijk al verwacht dat die er dit jaar zou zijn. Wout kookt er zoals hij dat vroeger ook in de Provence deed, maar met de lokale producten. Hij is net zoals vroeger nog steeds een smakenkoning, en wil zijn klanten gelukkig maken met heerlijke borden. Naast z’n gastronomische restaurant heeft hij ook zijn Bru’sserie, dat meer een sharing-concept is. Je bestelt vele kleine gerechtjes en deelt ze met je gezelschap. En hier haalt hij z’n inspiratie uit de hele wereld. Gerechten uit de Provence, uit Zuid-Amerika, uit Spanje, uit Azië, maar ook de lokale klassiekers. Allemaal op de Wout Bru manier klaargemaakt.

En vorige week zaterdag kwam daar met “Wagyu” nog een derde restaurant bij. Toen Marc me belde of ik het samen met een aantal andere vrienden vrijdag eens wou komen uittesten de dag voor de opening, was ik blij dat m’n agenda nog leeg stond. Want het is altijd gezellig tafelen met Marc, en ik vond het concept van Wagyu wel boeiend: een grillrestaurant. In Wagyu kun je authentieke vlees en visgerechten eten, klaargemaakt op de grill die een centrale plaats inneemt in het hele mooie, een beetje “urban” ingerichte restaurant. Vergis je niet, de (betaalbare) gerechten komen dan wel van de grill, maar krijgen dankzij de chef een mooie gastronomische uitwerking. We aten heerlijke kip van aan het spit, zalige gegrilde kreeft en verschillende soorten rundsvlees, telkens met lekkere sauzen, frietjes en slaatjes bij. Ook al was Wout erg zenuwachtig, en Marc zelfs redelijk kritisch (het slaatje moest van hem tegen zaterdag toch nog een kleine extra touche krijgen) het was echt ontzettend lekker, en iedereen in het gezelschap beleefde een culinaire topavond.

De volgende dag stuurde Marc nog een sms’je. Of we genoten hadden? Of er nog opmerkingen waren? Alle (opbouwende) kritiek is altijd welkom. Coucke wil namelijk dat al z’n zaken echt toppers zijn en ook op het hoogste niveau draaien. En hij voegde eraan toe: “Deze avond alle 3 resto’s volzet! Het maakte hem duidelijk trots en gelukkig. Coucke is een ondernemer die graag hard werkt, geduld probeert te hebben, maar vooral uiteindelijk slagen wil. In Durbuy lukt dat alvast. Zijn team scoort er. Met een spits als Wout Bru is dat ook niet onlogisch. En dat zal hem elders ook wel lukken, daar ben ik van overtuigd. Maar sorry hé vriend Marc, ik supporter toch net iets meer voor je project in Durbuy dan voor dat in Anderlecht. Dit is tenslotte een foodblog. Dat snap je wellicht wel.