In den hert: klassieke keuken naar mijn hart

Het is altijd plezant om eens een nieuw restaurant te ontdekken. Rudi, een fijne buur van ons en goede vriend van me nodigde me vrijdag uit om eens te gaan lunchen. We doen dat om de zoveel tijd: dan gaan we eens een hapje eten onder de middag en kletsen we bij over het leven en ook vaak over de politiek. We kunnen nogal goed discussiëren, en zo’n middagjes vliegen dan ook snel voorbij, maar zijn wel super gezellig. Rudi wist dat ik met het overlijden van Gilbert een lastige week had en daarom zei hij: “laat ons nog eens afspreken, ik trakteer, en ik zoek een tof restaurantje.”

Het werd “In den Hert” in het idyllische Wannegem-Lede in Kruisem. Ik was daar nog nooit geweest, maar wat een charmant dorpje is dat zeg. En het restaurant kende ik ook maar heel vaag. Wel eens iets over gelezen, maar het zat ver weg. Maar Rudi was er al vaker geweest en hij dacht dat het wel iets voor mij zou zijn. En gelijk had hij. Blijkbaar heeft de eigenzinnige chef Frederick Dhooge in 2014 zijn Michelin ster al eens ingeleverd, omdat hij anders wou gaan koken, wat klassieker, en to the point, maar ook omdat hij de druk van de ster niet meer wilde. Maar dit voorjaar kreeg hij ze dan terug en heeft hij ze dan toch weer aanvaard. En terecht.

Dit is de keuken waar je mij vandaag oprecht blij kunt mee maken. Geen raar gedoe, geen gezever, geen schuimpjes of laboratorium-experimenten, geen rare ingrediënten die niks met elkaar te maken hebben samen op het bord, niet de bedoeling om modern te zijn of te choqueren. Gewoon: lekker eten. Puur. Maar wel met de allerbeste ingrediënten en bereid door een chef die z’n metier perfect beheerst. Dat is nu eens echt geluk en klasse samen op een bord.

We begonnen in het charmante klassevolle interieur (waar ik wel een bloemetje op de tafel miste) met een mooi glas champagne en twee lekkere hapjes: een soort van warme mousse van vis en een bonbon van foie gras. Rudi die dat laatste uit principe niet eet kreeg in de plaats een mooi rolletje vitello tonato. Het zelfgebakken brood was echt lekker. De goesting was er meteen, door al dat lekkers.

Op de kaart staan voorgerechten als: “Gevulde noordzeetong, handgepelde garnalen, mosselen, Noilly Prat-saus”. Maar ook “Bretoense langoustines ‘Royal’, ratatouille, pesto, parmezaan”. Zelf ging ik voor de fantastische “Paté en croûte van duif en ganzenlever, gepekelde groenten”. Gewoonweg af. Gemaakt zoals enkel de beste chefs dat kunnen.

Bij de hoofdgerechten staat er normaal een heerlijke authentieke vol-au-vent op de kaart waar Rudi enorm naar uitkeek, maar die is er blijkbaar net afgehaald omdat de patrijzen onderweg zijn. Ikzelf ging voor het fenomenaal lekkere “Op het been gebakken piepkuiken, béarnaise met kreeft, spinazie, gebakken aardappelen” en aan de overkant kwam een perfect gebakken “Filet pur ‘Holstein’ met zwarte peper, Hennessy-cognacsaus, frieten, salade” op tafel.

De desserts lieten we aan ons voorbij gaan. Maar je kunt er kiezen voor de klassieke dame blanche, maar ook de “Crêpe Normande met vanille-ijs”, de “Crème brûlée, vanille ‘Tahiti’ en de Profiteroles met vanilleroom, chocoladepraliné, ananas met munt” staan op de kaart. Of je zou kunnen kiezen voor een kaasbordje.

Conclusie: hier kom ik graag terug. Het is wel een beetje in the middle of nowhere, maar dat maakt de locatie net zo charmant. Kies dus zeker een BOB of laat je rijden. En geniet met volle teugen van deze heerlijke keuken en de prachtige wijnkaart met mooie flessen en boeiende kelderresten. Een plaats waar ik graag terugkomen zal.