Toen ik voor het eerst in de prachtige brasserie Silo’s in Boortmeerbeek ging dineren, was ik meteen onder de indruk. De rijksweg van Mechelen naar Leuven is misschien niet de meest fancy plek om een spectaculaire nieuwe horecazaak te openen, maar het voormalige industriële pand is prachtig en de inrichting indrukwekkend. Zonder te overdrijven, schreef ik toen al dat deze zaak evengoed in London, New York of Parijs zou kunnen gevestigd zijn.
De kaart was een verademing, want nog gewoon eens lekker herkenbaar: de beste garnaalkroketten die ik sinds lang proefde, prima oesters, uitstekende vissoep, smakelijke vol-au-vent van hoevekip, paling in ’t groen, prachtige lendestukken. Kortom: smakelijk eten, zoals wij Vlamingen dat nog het liefst hebben, maar dan op topniveau. En dat je dan ook nog eens een paar tientallen heerlijke wijntjes per glas bestellen kunt, maakt het helemaal af. Dat Silo’s kort daarna de titel “Brasserie van het jaar” kreeg verwonderde me niks.
Gisteren was ik er opnieuw. Gezeten op het heerlijke terras, op een zomerse avond, werd ik opnieuw meer dan aangenaam verrast. De gastheren (Danny en Danny) wilden ons een aantal seizoenstoppers in halve porties laten proeven, om te tonen hoe ze met hun suggesties weer een stapje verder zijn geëvolueerd, en wat ben ik blij dat ik me inderdaad heb laten verrassen.
Eerst aten we een lekker zoetzuur slaatje van zelf opgelegde haringfilets met groene boontjes, Granny Smith en mosterdvinaigrette, begeleid door een half glaasje Bianco Secco 2015 van Giuseppe Quintarelli. Mooie starter, zowel de wijn als het gerecht.
Daarna kwam één van de beste slaatjes van kreeft die ik ooit gegeten heb. De kreeft was lauw en perfect gegaard, wat de normaalste zaak van de wereld lijkt, maar dat helemaal niet is. Hoe vaak krijg je in een brasserie geen kreeft die tot rubber is gekookt? Hier niet: de op lage temperatuur in zelf gemaakte kreeftenboter gegaarde kreeft was werkelijk succulent. De knapperige sla, de al dente bloemkoolroosjes, de sinaasappel en pompelmoes en de crumble van aardappelen maakten het helemaal af. En de Badenhorst, uit Swartland, een witte blend van tien verschillende druiven uit Zuid-Afrika was een mooie begeleider.
Nadien kwam een zachte kalfscarpaccio met op lage temperatuur gegaarde ganzenlever, een vinaigrette van truffel en aardappelchips. De ganzenlever was behoorlijk bitter, maar het evenwicht in het bord werd mooi strak gehouden door de zoete toets in de vinaigrette. Gewaagd, maar mooi. De prachtige (maar niet goedkope) Albareda, Sforzato di Valtellina uit 2013 was voor mij een heerlijke keuze.
Eindigen deden we met een klassieker in het genre, van dit seizoen, en uit onze streek: een stoofpotje van Mechelse asperges met perfect gegaarde kabeljauw, zurkel en zeekraal. Ook daarbij dronken we dezelfde Italiaanse topwijn. Onze eigen keuze, rood bij asperges en kabeljauw, maar ik vond het toch goed werken, en hey, ik had gewoon zin in rood. Voor een dessertje hadden we jammer genoeg geen plaats meer over. Ik denk dan namelijk altijd: dat zijn toch ook weer calorietjes die ik er morgen afwandelen moet. Maar ik weet van de vorige keren dat ik in Silo’s was, dat de huisgemaakte Dame Blanche verrukkelijk is.
Dikke pluim voor de gastheren, en vooral ook voor de chef en z’n equipe. Silo’s is er in vergelijking met vorig jaar nog eens mooi op vooruit gegaan, maar blijft gelukkig wel trouw aan de principes van de brasserie-keuken. Met 200 couverts per dag dit hoge niveau kunnen halen, zonder zich te bezondigen aan moderne flauwekul op het bord: grote klasse. De brasserie van het jaar vorig jaar? Dan dit jaar zeker opnieuw!
Dit is misschien wel de lekkerste tapasbar in de stad. Een superdrukke plek wel, die altijd bomvol zit. Of je nu aan de kleine hoge tafels zit, tegen de muur (wat wel wat minder gezellig is, want je zit met je rug naar de andere klanten) of er toch in slaagt om een gegeerd plekje aan de counter vast te krijgen, spreek maar van geluk, want terwijl jij heerlijk zit te genieten, zullen tientallen passanten die toch hun kans wagen om binnen te raken te horen krijgen dat er geen plek meer beschikbaar is … Lees meer
Wat een luxe: een top Japanner in je eigen straat hebben. Chef Teppei Nii is geboren in Osaka, in Japan. Acht jaar lang was hij de rechterhand van Hideki Matsuhisa in Koy Shunka, en daarvoor had hij de Franse keuken bestudeerd in Japan en in Nice … Lees meer
Het is een absoluut feest om in Disfrutar te mogen dineren, in 2024 uitgeroepen tot beste restaurant van de wereld. Maar wel zeer moeilijk, om niet te zeggen bijna onmogelijk, om er nog eens een tafeltje te pakken te krijgen … Lees meer
Ik vind het plezant wanneer de typische tapasformule eens anders wordt aangepakt. Bij Albé in Barcelona zie en proef je een mooie Libanese versie van de klassieke tapas-keuken … Lees meer
Er zijn plekken die je bijblijven. Niet alleen omdat het eten er onwaarschijnlijk goed is, maar omdat alles – van de ontvangst tot het laatste slokje wijn – klopt … Lees meer
Humus x Hortense in Brussel blijft voor mij één van de mooiste culinaire ervaringen in ons land. Wat deze plek zo bijzonder maakt? Het is 100% plant-based – en dat vind ik niet alleen gedurfd, maar ook ongelooflijk inspirerend … Lees meer
La Xarxa kun je vinden op een pleintje aan de best drukke Via Augusta. Vroeger zat hier een ander restaurant waar we ook fan van waren om een erg grappige reden … Lees meer
Wat zijn we blij met deze hippe en lekkere pizzatent vlakbij onze flat. Niks is chique aan dit restaurant dat in 1995 is gestart, maar dit is wel al eventjes the place to be voor vooral jonge mensen … Lees meer