Drie sterren in Barcelona? Tot twee jaar geleden bestond het niet. Geen enkel restaurant kreeg in deze prachtige culinaire stad van de mensen van Michelin de allerhoogste quotering. Maar in 2017 gebeurde het dan toch voor Lasarte, het Catalaanse toprestaurant van de Baskische topchef Martin Berasategui.
In Oria, dichtbij San Sebastian, aan de andere kant van Spanje, heeft zijn restaurant al sinds jaar en dag drie sterren, maar de vreugde binnen zijn groep was immens toen hij dus ook in Barcelona z’n derde ster te pakken kreeg. Lasarte kun je vinden in het prachtige Monument Hotel vlak aan de indrukwekkende Passeig de Gràcia. Dit jaar kreeg de brasserie van Berasategui, Oria, ook een eerste ster, en dat is helemaal verdiend. Een bespreking daarvan kun je lezen in het Would Be Chef artikel Oria, de brasserie van Lasarte.
Het bijzondere is dat we twee jaar geleden, toevallig eigenlijk, de week nadat die derde ster kwam, met acht vrienden de Chef’s Table hadden geboekt. Een prachtige kamer is dat, die uitkijkt op de keuken. We werden er gigantisch verwend, met lekker eten en bijhorende wijnen.
Sindsdien waren we er niet meer geweest. Restaurants met drie sterren zitten meestal lang op voorhand volgeboekt, zijn ook behoorlijk duur, en je gaat dat dus niet als je dagelijkse restaurantje beschouwen. Maar nu, twee jaar later, hadden we er nog wel eens zin in. Benieuwd wat we deze keer zouden eten. Was het nog altijd even lekker? Was die derde ster nog steeds even schitterend?
Ik heb één vervelend kantje: ik kan me nogal goed herinneren wat ik in een restaurant heb gegeten. En dan komt er ook nog eens bij dat ik de foto’s van twee jaar geleden nog eens opnieuw had opgezocht om me wat voor te bereiden op dit sterrendiner. Dat zorgde ervoor dat de hapjes (die overigens erg lekker waren) me niet echt konden verrassen. We kregen namelijk dezelfde hapjes voorgeschoteld als twee jaar terug.
Het is iets was je in de hoogste culinaire regionen wel vaker tegenkomt, dat het menu nogal constant blijft. En ik begrijp ook waarom. Mensen komen niet elke maand eten, zoals ik hierboven al schreef, en op de koop toe moet je ook uitpakken met je toppers. Je wilt vooral niet teveel experimenteren, om de wellicht wat behoudsgezinde inspecteurs van Michelin niet te bruskeren. Gelukkig was er één hapje verschillend van vorige keer: een mousse van jalapeño pepers over een pittig ijsje en scheermesjes. Echt waar: dit was een knaller van jewelste, pittig en fris en smeuïg en anders. Het maakte de herhaling van de hapjes van vorige keer goed.
De broodkar is indrukwekkend. Een prachtige selectie huis gebakken broden die mooi gepresenteerd wordt. En je krijgt er naast goede olijfolie ook een bordje met vier gekleurde botertjes bij. Alle vier verschillende smaakjes, o.a. met spinazie en rode biet. Knap gedaan.
Het diner was weer erg lekker. De ‘vegetable leaf and petal salad, herbs, sprouts with lettuce cream and lobster’ is nog zo’n klassieker, die erg vaak opduikt in de menu’s van Berasategui, maar dat vind ik dan weer niet zo erg. Integendeel. Het is Berasategui zijn absolute signature dish en ik vind het zelf ook een topgerecht. Met je echte klassiekers uitpakken vind ik overigens altijd een goed idee. Alle gerechten waren mooi, met een extra pluim voor het eerste gerecht ‘slices of Iberian presa on foie-gras curd, tarama oyster and mustard ice cream’ wat voor ons echt een smaakbommetje was. Vet en fris tegelijk, met verschillende structuren en toch ook een authentieke smaak.
De desserts waren goed zonder meer. Daar hebben we op dit niveau al mooiere dingen gezien. Sven Elverfeld in Aqua en vooral ook Epicure in Parijs zijn wat desserts betreft een stuk inventiever. Goed gedaan hoor, maar nu ook niet indrukwekkend.
Over all een mooie drie sterrenmaaltijd met een paar bijzondere uitschieters. Niet het strafste restaurant dat we de voorbije jaren hebben gedaan, dat wel niet. Maar het was wel weer een gezellige klasse-avond, met lekker eten, goede wijn en een perfecte vriendelijke bediening in een chique interieur in het centrum van mijn lievelingsstad.
Dit is misschien wel de lekkerste tapasbar in de stad. Een superdrukke plek wel, die altijd bomvol zit. Of je nu aan de kleine hoge tafels zit, tegen de muur (wat wel wat minder gezellig is, want je zit met je rug naar de andere klanten) of er toch in slaagt om een gegeerd plekje aan de counter vast te krijgen, spreek maar van geluk, want terwijl jij heerlijk zit te genieten, zullen tientallen passanten die toch hun kans wagen om binnen te raken te horen krijgen dat er geen plek meer beschikbaar is … Lees meer
Wat een luxe: een top Japanner in je eigen straat hebben. Chef Teppei Nii is geboren in Osaka, in Japan. Acht jaar lang was hij de rechterhand van Hideki Matsuhisa in Koy Shunka, en daarvoor had hij de Franse keuken bestudeerd in Japan en in Nice … Lees meer
Het is een absoluut feest om in Disfrutar te mogen dineren, in 2024 uitgeroepen tot beste restaurant van de wereld. Maar wel zeer moeilijk, om niet te zeggen bijna onmogelijk, om er nog eens een tafeltje te pakken te krijgen … Lees meer
Ik vind het plezant wanneer de typische tapasformule eens anders wordt aangepakt. Bij Albé zie en proef je een mooie Libanese versie van de klassieke tapaskeuken … Lees meer
Er zijn plekken die je bijblijven. Niet alleen omdat het eten er onwaarschijnlijk goed is, maar omdat alles – van de ontvangst tot het laatste slokje wijn – klopt … Lees meer
Humus x Hortense in Brussel blijft voor mij één van de mooiste culinaire ervaringen in ons land. Wat deze plek zo bijzonder maakt? Het is 100% plant-based – en dat vind ik niet alleen gedurfd, maar ook ongelooflijk inspirerend … Lees meer
La Xarxa kun je vinden op een pleintje aan de best drukke Via Augusta. Vroeger zat hier een ander restaurant waar we ook fan van waren om een erg grappige reden … Lees meer
Wat zijn we blij met deze hippe en lekkere pizzatent vlakbij onze flat. Niks is chique aan dit restaurant dat in 1995 is gestart, maar dit is wel al eventjes the place to be voor vooral jonge mensen … Lees meer